Danka Husken – Smit

Danka
Danka Husken

Kwam ik een tijd terug bij een spreekster uit Arnhem over de vloer, deze keer reisde ik per trein naar Arnhem waarbij ik de reis voorzette per bus en te voet om het verhaal van Danka op te tekenen. Bij aankomst werd ik verwelkomd met een bakje koffie met gebak en chocolade om eerst met elkaar nader kennis te maken, alvorens Danka haar verhaal ging vertellen.

“Ik ben geboren in 1945 in ’s Heerenberg,  net na de oorlog. Ofschoon mijn moeder vertelde dat ze iets van bronchitis had en daarvoor medicijnen van het leger ontving, hoorde ik later van een natuurgeneeskundige dat ik naar alle waarschijnlijkheid iets van softenon, of soortgelijks heb binnen gekregen, waardoor mijn linkerhand een afwijkende vorm heeft meegekregen bij mijn geboorte.

Maar ik heb altijd wel gedacht dat ik alles zelf kon en heb het zeker in het begin niet als een handicap ervaren. Mijn zusjes probeerden wel dingen voor mij te regelen, maar mijn meisjesnaam is Dini en dat wordt mij nu nog altijd nagewezen. “Dini kan het zelf…” Op een of andere manier heb ik me altijd gelukkig gevoeld. Toen ik zeven was verhuisden we naar Oosterbeek. Ik ging naar een Christelijke school, daar ik van mijn moeder mocht kiezen tussen een openbare school en de Christelijke school. Daar begonnen de pesterijtjes van kinderen die er iets van vonden. Ik had een juf die zei, doe dat maar niet, want dat kun je toch niet, en dat was voor mij een drijfveer om juist dingen te gaan doen die ik niet kon, volgens mijn omgeving. Zelf wilde ik altijd door de barrières heen, al van jongs af aan, hetgeen ik altijd heb gedaan. Ik had een moeder die aan de ene kant enorm claimde, zo kwam het voor dat – als we bij de bushalte stonden te wachten – ik met mijn linkerhand de paal van de dienstregeling vastpakte en mijn moeder er altijd een hand over heen legde. Maar ik trok hem weer weg en legde mijn hand weer op een zichtbare plaats neer. Wat dat betreft was ik wel opstandig en had zoiets van dat doe je niet met mij en ik provoceerde des te meer.

Op mijn zevende levensjaar hoorde ik een van de buren, die pianoleraar was, piano spelen en dat wilde ik ook, ofschoon iedereen zei: “dat kan niet met jouw hand.” Maar mijn moeder gaf mij wel de kans, zo was ze dan weer wel en dus gingen we vragen of ik ook les mocht volgen, De leraar keek het eens aan en zei we kunnen het altijd eens proberen. Dus er kwam bij ons ook een piano in huis en mijn broer en zussen mochten er ook op spelen, maar ze hadden er geen gevoel voor, in tegenstelling tot mijn persoontje. Ik leerde met wat foefjes mijn rechterhand te gebruiken waar ik mijn vervormde linkerhand mee kon opvangen, Vervolgens heb ik 7 jaar les gehad, maar het werd te veel toen ik op de MULO kwam.

Ik leerde dat je alles in handen hebt, als je er maar achter staat. Zo zou ik eerst naar de huishoudschool gaan, maar ik wilde naar de MULO en dat lukte dus.

Op de Lagere school was mijn taalvaardigheid en dictee onvoldoende, dus dat vergde meer aandacht. Mijn moeder leerde mij breien. Mijn moeder was linkshandig en ze leerde voor mij rechtshandig opzetten. Op de MULO leerde ik handwerken, hier was ik goed in en op school was er een juf die dat ook leuk vond en mij hierin stimuleerde. Zelf was ik een erg fantasierijk persoon, waarbij mijn zus wel eens zei,: “niet te veel fantaseren”, maar voor mij was de wereld fantasie, dromen en vertrouwen dat het goed kwam. Ik tekende en schilderde ook graag fantasierijke beelden. Op school leerden we wel tekenen, maar via hokjes en vakjes, maar dat was niet zo mijn ding, dus ik draaide altijd het vel om en uitte daar mijn creativiteit met mijn manier van tekenen.

Dat werd wel geaccepteerd overigens. Verder hadden we een geschiedenis leraar waarvan we opstellen moesten schrijven, waardoor mijn taalvaardigheid ook met sprongen vooruit ging waardoor ik uiteindelijk slaagde met een diploma met allemaal zevens.

Nadien wilde ik de kunst in, maar mijn vader was wat meer behouden en vertelde mij: “je hebt die hand en je weet niet of je ooit gaat trouwen, dus zoek maar iets waarmee je een goede baan kunt vinden.” Dus de kunstacademie werd het niet, maar toevallig kwam er via mijn school de vraag voor mensen die kleuterleidster wilden worden, dus ik ben me er eens in gaan verdiepen en dat sloot wel aan bij creatief bezig zijn, met kleien, tekenen, dansen en muziek maken en verhalen vertellen. Dus ik ging naar de Christelijke kleuteropleiding hier in Arnhem. Tijdens de studie moest iedereen leren blokfluit spelen, maar dat lukt niet met mijn hand, dus ik mocht piano spelen, en heb de opleiding zo succesvol afgerond. Daarna ben ik gaan zoeken naar een baan. In diezelfde tijd kreeg ik verkering met mijn man Hans, die eigenlijk een neef van mij was. Een lastig proces waarbij mijn wens om uit huis te gaan groter werd. Mijn hoofdleidsters-akte behaalde ik in Amsterdam. Dus ik ging solliciteren in het westen van het land en werd aangenomen als kleuterleidster. Maar ik kon dat maar een jaar doen, want toen ging ik trouwen en het was in die tijd niet sociaal geaccepteerd dat je als getrouwde vrouw in een Christelijke school werkzaam was. Vervolgens ben ik met wat tussenbaantjes weer in het onderwijs terecht gekomen, maar nu in het openbaar onderwijs in Amstelveen. In die tijd was er ook een transformatie in het onderwijs, waarbij de kleuterklassen aan moesten sluiten op het basis onderwijs. De introductie van de Cito toetsen was mijn stukje waar ik moeite mee had. Zelf ben ik van mening dat je een kind nog kind moet laten en niet onderwerpen aan allerlei toetsen, hetgeen resulteerde in een verschil van inzicht met de directie van de school. Het werd mij duidelijk dat ik daar niet meer thuis hoorde, maar ik moest wel kinderen achterlaten, hetgeen ik wel lastig vond. Te meer daar ik het al eens had meegemaakt bij het Christelijk onderwijs, toen ik moest stoppen.

Na de stap te hebben genomen kwam ik bij Neckermann Reizen terecht als reisadviseuse. Een hele leuke baan, die mij de mogelijkheid bood om naar Mallorca te gaan, om te ervaren wat voor reis ik verkocht. Zelf had ik ook reisleidster kunnen worden, maar gezien mijn huwelijk was dat een beetje lastig te verkopen thuis. De directeur van Neckermann ging wel vaker incognito een kijkje nemen in zijn organisatie en als je het goed deed, kon het zomaar zijn dat je 100 gulden erbij kreeg. Dit genoegen werd ook mij toebedeeld, hetgeen natuurlijk de motivatie ten goede kwam. Zo werd ik ook uitgezonden naar Frankfurt toen de computers hun intrede deden in bedrijven. Ik moest daar zoveel mogelijk reserveringen inbrengen want de Duitsers konden ook onze vluchten boeken, om te voorkomen dat de plaatsen werden weggekaapt. Hier heb ik erg veel geleerd, computers was iets waar ik als eerste  iets van af wist, maar het was ook een leuke tijd. Daar weer genoeg van hebbende dacht ik laat ik weer eens wat anders proberen.

Er was een baan vrijgekomen als secretaresse bij de Rijksluchtvaartdienst waar Hans werkte bij de verkeersleiding als technicus. Ofschoon ik dat werk nooit eerder had gedaan maar wel mijn typediploma had behaald, kon ik er aan de slag, mede te danken aan de connecties bij Neckermann en van Hans en de voor vernieuwingen openstaande chef van de afdeling Verkeersveiligheid.  Het was een leuke tijd, maar ik hield het na een paar jaar weer voor gezien. Gelukkig bood Hans mij de mogelijkheid om mij vrij te ontwikkelen, daar hij zorgde voor stabiliteit met zijn voorkeur voor een vaste baan. Later werd duidelijk dat hij een lichte vorm van autisme had, waardoor zijn drang naar stabiliteit verklaarbaar werd.

Mijn drang naar meer creativiteit ontplooide zich steeds meer. In dezelfde periode kreeg Hans steeds meer last van zijn altijd aanwezige allergie en dus moesten we samen zoeken naar een andere manier van leven. Zelf gaf hij al aan steeds minder vlees te willen eten en we gingen samen op zoektocht hoe voeding voor hem kon bijdragen aan een beter leven. Soms waren er dagen dat hij geen licht kon verdragen en sloot hij zich dagen, weken af van de buitenwereld. In de reguliere geneeskunde had hij geen vertrouwen, dus kwamen we al snel uit bij alternatieve geneeskunde en de homeopathie.

Zo kwamen we in een voedingswinkel terecht waar we niet alleen vaste klant werden, maar waar ze ook iemand als mede-eigenaar zochten. Ik scheen een of andere opmerking te hebben gemaakt, waardoor ik de vraag kreeg of ik niet voor hun kon komen werken. Zelf zag ik het weer als een nieuwe uitdaging in mijn leven en dus ging ik dat doen, nadat ik een paar dagen erover had nagedacht. Dit was tevens een moment van besef met betrekking tot religie en geloof, dat er nog een en ander te verhapstukken was voor mijzelf, mede doordat mijn man niet kerks was ingesteld en ik wel en men er wel het een en ander van vond dat we getrouwd waren. Voor mij een reden om dat stuk af te sluiten en uit de kerk te stappen, ofschoon ik van binnen wel een religieus mens ben. Dus ik moest weer mijn weg hierin vinden, zodat ik in balans zou komen met mijn eigen kern. In de winkel waar ik werkte hadden ze ook een boekenkamer met uiteenlopende onderwerpen, niet alleen over voeding maar ook over levensfilosofieën. Dus ik las boeken over Bhagwan en andere guru’s, maar ook over Boeddhisme en de Islam om mijn wereldbeeld te verruimen.

In de winkel waar ik in werkte kwamen steeds meer mensen met levensvragen naar mij toe, waar ze mee zaten en ik gaf hierin advies. Mijn collega zou afscheid gaan nemen van de zaak, dus ik werd de vraagbaak van de winkel. Ik breidde dat advies uit door mijn eigen inzichten en ervaringen met behulp van edelstenen in te zetten, waar ik en Hans al een hele verzameling van hadden opgebouwd. Uiteindelijk werden Hans en ik edelsteen deskundigen. Hans breidde zijn kennis later uit met kinesiologie want ook hij wilde iets voor mensen betekenen. Zelf zette ik naast de edelstenen ook magnetiseren in om mensen te helpen in balans te komen, naast mijn eerdere ontwikkelde kennis met betrekking tot numerologie.

Edelstenen

De vragen bleven maar komen, waarbij ik samen met de cliënt op zoek ging naar de getallen: waar de natuurlijke kwaliteiten liggen en waar de valkuilen liggen, om zo zichzelf beter te leren kennen. Met het winkeltje ging het eind tachtiger jaren wat minder goed, daar de grote ketens ook inhaakten op biologische voedingsmiddelen, dus we gingen met de opgedane kennis de boer op, door lezingen en workshops te geven in het land. De winkel werd verkocht aan een collega die met vrijwilligers kon gaan werken, in tegenstelling tot mijzelf, die met betaalde krachten de zaak draaide.
 
Nu had ik geld om een opleiding te gaan volgen, en ofschoon ik even had getwijfeld om de kunstacademie te gaan volgen, koos ik voor een opleiding genezend tekenen en het werken met mensen en kwam bij Lisa Borstlap terecht.

In die periode borduurde ik mandala’s als vrijetijdsbesteding en tijdens mijn eindopdracht voor de opleiding kreeg ik waarachtig de opdracht  het thema mandala uit te werken in een scriptie, Dit was voor mij appeltje eitje, ik wist er al erg veel vanaf. Zo had ik ooit de symboliek achter mandala’s mogen eigen maken door het lezen van een boek van Jung (Zwitserse arts/psychiater) over dit onderwerp. Wat blijkt namelijk: als je in nood zit, ga je vaak onbewust tekenen in cirkels. De cirkels staan symbool voor het creëren van een veilige ruimte voor jezelf, waar je jouw eigen inzichten in kunt uitdrukken. Achteraf was dat ook bij mijzelf het geval geweest. Vroeger in Amstelveen hadden we veel last van de hoogovens en ik had de hoogovens ooit getekend in een bolvormige inkapseling, nog voor ik ooit maar iets wist van mandala’s. Door in mijn cursussen, workshops en therapie die veilige ruimte van de cirkel garant te stellen en er de cursist/ cliënt in alle gevallen de beheerder van te laten zijn, konden er helende krachten worden vrijgemaakt.
Het gaf mij nadien dus inzicht dat het een veilig gebied van schoonheid representeert en dat de ballast kon worden losgelaten en vergeten. Later kwam ik tot inzicht dat ook in imperfecte omstandigheden schoonheid verborgen zit, mits je het wilt zien.

 Na het afronden van mijn studie ben ik in Amsterdam aan de slag gegaan in een alternatief ontmoetingscentrum waar ik zeven jaar les af in het maken van mandala’s. Naast tekenen gaf ik lezingen en zo kreeg ik psychologen over de vloer. Ik kwam in contact met iemand die met Koningin Beatrix werkte die voor een werkbezoek naar Japan zou reizen en zich door deze persoon liet inwijden in de betekenis van mandala’s.  Van hem kreeg ik een prachtig boekje aangereikt dat mijn kennis nog verbreedde. In die tijd was ik eigenlijk een pionier op dat gebied, die vorm moest geven aan iets wat er nog niet was. Mensen die op mijn pad kwamen waren niet alleen dove mensen, maar ook mensen met depressies en burn-out klachten die elders de hulp niet kregen. Maar ook kinderen met suïcidale gedachten of die waren misbruikt, zorgden ervoor dat ik steeds meer expertise kreeg. Hierdoor had ik heel veel te bieden voor deze mensen. Deze mensen liepen vaak al bij een psychiater of psycholoog en kwamen bij mij tekenen, die tekeningen namen ze dan weer mee naar de behandelaar waar ze konden uitleggen waar ze mee bezig waren. Eigenlijk is dat stuk in mijn laatste boek verpakt.

Mijn huwelijk vergelijk ik met communicerende vaten, die elkaar proberen in balans te houden. Er zijn lastige momenten geweest, maar ook hele mooie momenten waarbij we beide exposeerden vanuit onze hobby. Hans fotografeerde graag en ik schilderde op mijn beurt weer graag, later zijn we samen gaan kijken wat we voor mensen konden betekenen. Ik trok Hans vaker uit zijn isolement tijdens zijn zieke periodes terwijl Hans mij weer de vrijheid gaf mijzelf te ontwikkelen.
Hij zelf heeft het ook niet altijd even gemakkelijk gehad in zijn leven, maar toen zijn ouders overleden waren zijn we naar Arnhem gaan verhuizen. Arnhem is een prachtige stad, niet te groot maar heeft  wel alles van een stad, maar ook een bosrijke omgeving waar ik met genoegen vanaf 1998 woon. Hans zijn wens was wel om hier te sterven, hetgeen ook gebeurde. Hij werd in 2015 plotseling heel erg ziek, waardoor we hulp van de reguliere zorg moesten inschakelen. Ik magnetiseerde hem vaak, hetgeen hem hielp om zijn hoofd leeg te maken. Maar toen ik op een bepaald moment bij zijn lever aankwam voelde ik een enorme weerstand, mijn hand gloeide, klopte en ik voelde dat het niet goed was met hem. Ik had al eens eerder het gevoel gehad dat hij onder mijn handen weg zou glippen toen we in Amstelveen leefden, maar deze keer was het voor mijn gevoel serieus mis. Het bleek darmkanker te zijn met uitzaaiing naar de lever. Dit was in 2015, het punt waarop ik zei, we moeten actie ondernemen, dit durf ik niet aan. Hij stemde hiermee in en we gingen naar het ziekenhuis. Hij werd meteen onderzocht en we kregen al vrij snel toe horen dat hij erg ziek was. Hij was nooit eerder in het ziekenhuis geweest, maar de prognose was dat het binnen een jaar afgelopen zou zijn. Ze hebben hem nog geopereerd maar ofschoon zijn lichaam de darmen redelijk hadden gereinigd bleek de lever zwaar te zijn aangetast. De chemotherapie die volgde was ontzettend zwaar voor hem. Hij wilde het liefste naar huis maar we wisten beiden: dit is zijn eindstation. Met de artsen werd alles besproken maar de artsen spraken voornamelijk met mij.  Ik zei het is zijn leven, laat hem beslissen. Hij kan door een arm op te tillen aangeven of hij het er mee eens is of niet. Hij kwam uiteindelijk naar huis In die tijd kreeg ik zoveel hulp uit de terminale zorg, dag en nacht, onvoorstelbaar. Ook was het bijzonder hoe de buren  en de omgeving met ons meeleefden.

in 1998 werd ik meteen gevraagd in het Dominicanenklooster te Huissen om daar met mandala’s te gaan werken met groepen. De Dominicanen zuster die dat eerst deed werd blind en mij werd gevraagd dat over te nemen.. Dus zolang ik hier woon ben ik aan dat klooster verbonden. In 2015 heb ik hier mijn eigen opleiding neer gezet en een jaar later overleed Hans. Het was een roerige periode die als een rollercoaster was. Enerzijds hard werken om mijn opleidingsinstituut van de grond te krijgen, anderzijds het ziekteproces van Hans zo goed mogelijk te volgen en hem bij te staan. Ik merk nu ik het vertel dat het wel heel emotioneel is voor mij, bij jou komt de hele film weer naar boven nu ik mijn verhaal met je deel. Hans zei wel tegen mij, wat er ook gebeurt, je moet wel doorgaan met je opleiding verder vorm te geven. Dat heeft hij goed aangevoeld en gezien en hij dat ook zei tegen familie en mensen uit mijn omgeving: “je moet haar niet in de weg gaan staan, ze moet door, dit is haar missie in het leven.”, waardoor ik verder kon met mijn werk.

Het was een hele waardevolle periode waarin Hans en ik heel close werden, we draaiden zijn geliefde klassieke muziek, ik magnetiseerde hem zodat hij meer ruimte kreeg. Op het laatst mocht hij niet meer eten en ik at mijn bordje in de keuken, om hem te ontlasten, maar hij wilde dat ik mijn bord in zijn bijzijn at.  Dat was heel ontroerend en wonderschoon.
We bespraken alles wat nog te bespreken was, het waren prachtige, waardevolle en dierbare weken.


De studenten die mijn opleiding volgden pikten het dat ik ook mijn thuisfront had, maar ik wilde ze ook een gedegen opleiding geven, waar ze immers voor betaalden. In diezelfde periode moest ik mijn eigen opleiding geaccrediteerd krijgen als een vakopleiding. Door de EMI docenten werd de zomerweek in het Dominicanenklooster opgepakt en tijdens Hans ziekbed tekenden ze voor hem en droegen zo bij aan de bijzondere betekenis die hij binnen het Mandala gebeuren als fotograaf en naaste medewerker had.

Uiteindelijk is hij hier de tuin uit gedragen. We waren in Amstelveen al bezig met ballast overboord te gooien wat ons niet meer diende en voor hem heeft dat hier uiteindelijk zijn beslag gevonden. Nu kan ik verder met mijn opleidingsinstituut verder vorm te geven, iets wat Hans mij van harte zou gunnen.” Hiermee sloot Danka haar verhaal af.

Nadien liet ze me de collectie boeken zien die ze zelf heeft geschreven en haar edelstenen collectie. We aten een boterhammetje samen in de keuken waar ze nadien mijn geboortedatum 1 sept. 1965 analyseerde vanuit de numerologie. Zelf stond ik enerzijds verbaasd wat er uit de bus kwam aan de hand van een paar cijfers, anderzijds ken ik mijzelf redelijk goed waardoor ik niets nieuws hoorde.

Danka's boeken
Danka’s boeken

Danka mag ik je bedanken dat  je bereid bent dit  uitzonderlijk verhaal met ons te delen. Wat mij opvalt is hoe bepaalde stukken in je leven als een puzzel in elkaar vallen. Enerzijds je creativiteit, je schrijfvaardigheid, je rol als kleuterleidster en je helende werking op mensen vanuit je inzichten, hebben je leven nu tot een geheel gemaakt door ze samen te voegen in je eigen opleidingsinstituut in de wereld te zetten. Waar andere mogelijk zeggen fantaseer maar niet te veel, kun jij zeggen Dineke kan het wel.
Dank je voor je bijdragen aan de samenleving, samen maken we de wereld ieder op zijn manier een stukje mooier. Jij bent er een prachtig voorbeeld van. Weet zeker dat Hans ontzettend trots op je is en je bent nu ‘groot’ genoeg om alleen verder te kunnen gaan om je missie verder gestalte te geven, waarbij je de hand van je partner niet meer nodig hebt. Je bent zichtbaar geworden. Voel me erg vereerd om je in mijn leven te hebben mogen ontmoeten. Nogmaals dank voor je bijdrage en wie weet komen we elkaar wel weer ergens tegen. Weet dat bij mij de deur altijd open staat voor je.