Prof. Cees Dam – geboren in Velsen op 31 juli 1932
Cees groeide vanaf jonge leeftijd op in het gezin van de zus van zijn
moeder in Wijk aan Zee en Duin.. Zijn oom, c.q. vader was
jachtopziener en als kind kende Cees alle vogelgeluiden. Zijn vader was
een man van ‘Law and order’, maar wel rechtvaardig.
Moeder was erg zorgzaam, nieuwsgierig en vol verwondering, aldus Cees en vervolgde het gesprek:
“Tegenover ons huis bevond zich een boerderij waar ik als kind veel
speelde of ik vertoefde veel op het strand. Tante Ida kwam vaak de lunch
brengen Ze droeg altijd veel armbanden, maar niemand wist hoeveel, ik
keek ernaar en zag meteen het juiste aantal. Deze gave van fotografisch
geheugen is mij later zeker van pas gekomen.
Kijken heeft mij
altijd gefascineerd, zeker naar de zee. De golven, het oneindige
uitzicht, eb vloed, de patronen die worden gevormd door de golven. Het
is net als het leven, steeds vanuit de basis een herhaling telkens net
iets anders. Het heeft mij altijd geïnspireerd.
Toen ik naar de lagere school ging in Beverwijk kan ik me nog herinneren dat ik op een rood fietsje de afstand overbrugde, maar door de veldwachter erop werd gewezen dat ik ook de hand moest uitsteken. In die tijd was het gebruikelijk dat de veldwachter je bij je ouders kwam opzoeken, ofschoon het bij een waarschuwing bleef, maakte het wel indruk. Tegenwoordig zijn de tijden veranderd en heerst er niet meer het respect voor gezag wat voor die tijd vanzelfsprekend was.
Toen de oorlog begon veranderde er veel in mijn leven. We verhuisde naar Santpoort in een bosrijke omgeving. Mijn ouders boden onderdak aan onderduikers in de schuur, die elk hun privé afscheiding maakte met behulp van strobalen.
Ik heb mensen zien sneuvelen in de velden, die periode was niet mis
te noemen.
Mijn vader kweekte tabaksplanten en zo nu en dan kwam een man in wit gekleed
gewaad ,die jaren in India had geleefd, op de fiets voorbij om mijn vader te
assisteren bij het kweken.
Toen de oorlog voorbij was en de bevrijding kwam was het echt een
verlossing voor iedereen.
Na de lagere school ging ik naar de HBS in Haarlem. Het was een school van het
leven waar ik erg dankbaar voor ben, net als voor mijn opvoeding.
Verantwoordelijkheid, orde en discipline werden me eigen gemaakt. Er werd over mij gesproken als een ordelijk iemand. Hoewel ik veel tekende wilde ik beeldhouwer worden. Mijn vader zag mij liever in de bank of diplomatie wereld terecht komen.
Ik ging naar de MTS bouwkunde. maar eerst diende ik mijn dienstplicht te vervullen. Het was een luxe tijd . Maar ook een tijd waar ik heb geleerd wat kwaliteit was, had je je linkerschoen minder goed gepoetst dan je rechter, dan mocht je nablijven.
Destijds leerde ik architect Piet Worm kennen, die ervoor zorgde dat mijn ouders werden overgehaald dat ik architectuur ging studeren..
Eenmaal op de academie kreeg ik les van Gerrit Rietveld. Hij
vertelde ooit als je voor 75 procent talent hebt red je het wel, heb je nog
meer talent dan krijg je 20 procent erbij en de overgebleven 5 procent waarover
je twijfelt moet je het met niemand over hebben, dat is je drijfveer om verder
te gaan in je ontwikkeling.
Na de academie ben ik samen met een partner een architectenbureau begonnen in
Heemstede maar onze wegen scheiden op gegeven moment en ik startte mijn eigen
architectenbureau op: Dam en Partners Architecten.
Zelf ben ik iemand die wel eens heel duidelijk mijn mening kan
ventileren en dat wordt niet altijd gewaardeerd, maar goed, dan is dat
maar zo. “
Ons gesprek kreeg nog een vervolg over hoe de tijden
veranderde. “Zelf sta ik voor kwaliteit en helaas verdwijnt dat steeds
vaker op de achtergrond omdat geld steeds vaker een grotere rol speelt
in aanbestedingen. Waren vroeger copyrights nog beschermd tegenwoordig
vervaagd ook dat steeds meer. Ik heb altijd getracht een compromis te
vinden tussen de regels en de vrijheid. Een gebouw moet functioneel
zijn, daaromheen kun je je creativiteit de vrije loop laten gaan binnen
de wettelijke normen. Van binnenuit naar buiten werken naar de omgeving
waarin het gebouw zich bevind is de kern van mijn werkwijze.
Constant nieuwe uitdagingen aangaan en jezelf blijven ontwikkelen is
waar het om draait om te groeien. Zo hebben we ons niet alleen beperkt
tot gebouwen, maar ook meubels en glaswerk. Een gebouw dient een
verbinding te zijn tussen de mens en zijn omgeving, waarbij de
verhoudingen belangrijk zijn om een harmonieus geheel te vormen. Vaak is
de buitenwereld een chaos, maar zonder chaos kun je geen orde scheppen.
Een huis dient als een rustige omgeving voor de mens om zich van de
chaotische buitenwereld af te kunnen sluiten.”
Verder spraken
we over nog wat zaken waarvan ik niet te veel in detail ga, maar hij
sprak erg liefdevol over zijn overleden vrouw, die altijd zijn steun was
in zijn leven.
De interactie tussen hem als individu en de medemens
met leuke anekdotes waarbij je niet hoefde te twijfelen wat de kern van
de boodschap is op het moment dat Cees zijn mening uitte.
Hij liet mij zien hoe ontwapenend hij durft te zijn, dat heb ik
ook geprobeerd vast te leggen in de foto. Ofschoon hij natuurlijk vaak een
rolmodel moet innemen heb ik hem mogen ontmoeten als een gevoelige
oprechte authentieke persoonlijkheid, die net als in de architectuur zijn
vrijheid zoekt in het leven tussen de regels en omgangsnormen die in sociaal
maatschappelijke omgang van hem worden verwacht.
Bij afsluiten van het gesprek gaf hij te kennen dit soort gesprekken niet vaak
te voeren maar hij gaat uit vanuit zijn hart en hij vertrouwde mij, waardoor ik
welkom was in zijn wereld.
Net zo goed als Cees soms ontroerd was in het openhartig gesprek ontroerde mij
deze opmerking net zo.
Cees bedankt voor je tijd, je bent een verrijking voor de mensheid!